Huurdersvereniging Zwartewaterwiede

Betaalbaarheidseisen en nieuwbouw

Betaalbaarheidseisen bij nieuwbouwprojecten versoepelen is ‘gevaarlijk’

De lobby om betaalbaarheidseisen bij nieuwbouwprojecten te versoepelen is ‘gevaarlijk’ en het kabinetsplan om sociale huurwoningen vrij te spelen door statushouders niet langer voorrang te geven, moet van tafel.

Dat zegt Martin van Rijn, scheidend voorzitter van corporatiekoepel Aedes.
Vanuit het raam van zijn Haagse werkkamer zijn de hijskranen goed zichtbaar. “Nog even en het uitzicht is weg,” zegt oud-ambtenaar, oud-staatssecretaris en oud-minister Martin van Rijn. Hij is overigens de laatste om daarover te klagen.
En niet alleen omdat hij deze week heeft bekendgemaakt te vertrekken als voorzitter van Aedes.
De 68-jarige Rotterdammer vindt het tijd voor wat meer aandacht voor zijn familie, zeker nu er kleinkinderen zijn.
Toch maakt de voormalige bewindsman zich onverminderd druk over het gebrek aan urgentie bij de aanpak van de wooncrisis. Het tempo moet omhoog. En de lobby om meer dure woningen te bouwen, vindt hij gevaarlijk. Juist nu veel mensen zitten te springen om een sociale huurwoning. “De waarschuwingslampjes springen aan.”

 

Twee derde van de nieuwe woningen moet betaalbaar zijn, waarvan de helft sociale huur.
Bent u bang dat er aan die eisen getornd wordt?
“De discussie of het wel nodig is, vind ik gevaarlijk. Dat is een discussie erbij en geen woning erbij. Dit moeten we echt voor elkaar brengen.”

 

De sector zegt dat er door die eisen juist minder gebouwd wordt.
“Ik begrijp dat als er grond gekocht is, die woningen ook rendement moeten opleveren. Maar daarnaast bestaat er ook gewoon een echte menselijke noodzaak. Er wachten veel mensen op een sociale huurwoning. Als je iets te veel verdient om voor een sociale huurwoning in aanmerking te komen, ben je de klos.”
“In een huurwoning in de vrije sector betaal je torenhoge huren en om een woning te kopen, heb je het geld ook niet. Die mensen zitten vast.
Als je de woningnood wilt oplossen, moet je echt zorgen dat het aantal betaalbare huurwoningen overeind blijft.”


Tegelijkertijd zijn er ook steden zoals Rotterdam die in wijken met veel sociale woningbouw zeggen: daar mag het wel een tandje minder.
“Dat kan ik me voorstellen, tegelijkertijd moet je wel regelen dat die sociale woningen dan ergens anders worden gebouwd. Het ideaal van een corporatie is altijd geweest dat er gemengde wijken zijn waarin mensen met een beetje geld en met een beetje minder geld gewoon goed met elkaar kunnen leven. Wil je dat er ook sterke veerkrachtige wijken zijn, dan moet je ook een beetje kunnen mengen.”

 

Er klinken al geluiden dat corporaties ook weer voor de middenklasse moeten gaan bouwen.
“Ja en dat is zeer terecht. Corporaties bouwden ook altijd voor de verplegers, voor de politieagenten en voor de onderwijzers. Je ziet dat de corporaties in de afgelopen periode niets mochten en dat de markt het niet deed. Nu zitten we met de gebakken peren.”

 

Hoe kijkt u daarnaar?
“Ik ben mijn loopbaan ooit begonnen in de volkshuisvesting en heb toen gezien wat de waarde is van het bouwen van betaalbare woningen voor mensen met lagere inkomens. Zonder die corporaties zou je echt grote problemen hebben.
Als je naar steden in andere landen kijkt, bijvoorbeeld in Parijs, daar heb je banlieues waar je eigenlijk niet graag komt. Die hebben we in Nederland nooit gehad. Dat komt door de corporaties. Zij hebben er belang bij dat de wijk heel en gezond blijft.”

 

Tegelijkertijd slaken programmamanagers uit die wijken een noodkreet dat er heel veel problemen in bepaalde wijken samenkomen.
“De waarschuwingslampjes springen ook aan. Je ziet dat het steeds moeilijker wordt om het beheer van wijken voor elkaar te krijgen en te zorgen dat er een gezonde samenstelling is met draagvlak voor een aantal voorzieningen. Daar heb je gemengde wijken voor nodig. Als de samenstelling te eenzijdig wordt, wordt het steeds moeilijker.”

 

Is het een goede zaak dat het kabinet heeft besloten dat statushouders geen voorrang meer krijgen bij een sociale huurwoning?
“Nee. Die mensen zijn door alle procedures gekomen en zijn Nederlands ingezetene geworden, dat zijn ze niet voor niets. Die mensen hebben recht op een fatsoenlijk huis, net als iedere andere inwoner van Nederland.”


Kunnen jullie daar als sector anders mee omgaan?
“Wij zullen in overleg met de gemeenten treden om te kijken hoe we dit probleem gaan oplossen. Ons uitgangspunt is dat we fatsoenlijke woningen willen bouwen voor mensen met een laag inkomen, vanuit de waarden die we altijd al hebben gehad.
Dat geldt voor Nederlanders en voor mensen die een verblijfsstatus hebben. Dat betekent dat dat onze opstelling zal bepalen, dat zullen we samen met de gemeenten gaan doen.”

 

Die mensen moet je niet uitsluiten?
“Nee.”
De Utrechtse burgemeester Sharon Dijksma zei: we kunnen beter een wooncrisis uitroepen dan een asielcrisis.
“Dat ben ik met haar eens. Tegelijkertijd gaat het uitroepen van die crisis alleen niet helpen, dat blijkt op andere terreinen ook. Maak liever afspraken over de prestaties die we gaan leveren. We gaan de schouders eronder zetten. We kunnen dit in Nederland, dit is de traditie van corporaties. Als die sfeer terugkomt, zijn we weer een paar stappen verder.”

 

Volgens de voorzitter van de Woonbond worden door de woningnood zelfs grondrechten geschonden. Hoe kijkt u daarnaar?
“Dat klopt ook wel. Er zijn heel veel schrijnende verhalen, over mensen die gescheiden zijn en geen woning kunnen vinden tot aan jongeren die jaren bij hun ouders op zolder moeten blijven wonen en geen gezin kunnen beginnen. Het water staat sommige mensen echt aan de lippen. Ik vind het een heel groot maatschappelijk probleem. Af en toe heb je het gevoel dat de urgentie die nodig is om dit voor elkaar te krijgen nog niet gevoeld wordt.”
Bron: Dagblad De Stentor, 12-11-2024